Skip to main

Imposter syndrome? We helpen je graag

Meer dan 60% van de kenniswerkers heeft ermee te maken tijdens hun loopbaan: imposter syndrome. In dit artikel lees je wat dit zelf-ondermijnende gedachtenverschijnsel inhoudt, welke symptomen erbij horen en hoe je het positief tegengas biedt.

Wat is het imposter syndrome?

Imposter syndrome betekent letterlijk bedriegerssyndroom en is de naam voor ‘een verzameling van gevoelens van ontoereikendheid, die ondanks duidelijk succes aanhouden’. Je weet wat het inhoudt als jij soms het misplaatste gevoel ervaart dat je niet thuishoort op je werk, door de mand zal vallen bij je collega’s, je baan niet verdient, enzovoorts. 

Het imposter syndrome treft relatief vaak professionals die:

  • Bovengemiddeld intelligent zijn
  • Regelmatig aan zichzelf twijfelen
  • Perfectionistisch aangelegd zijn
  • Vergeleken met collega’s een relatief laag zelfbeeld hebben

Symptomen

Wereldwijd ervaart 62% van de kenniswerkers tijdens hun carrière in meer of mindere mate het bedriegerssyndroom. Bekende symptomen zijn volgens online samenwerkingsplatform Asana:

  • Het gevoel dat je jouw functie bekleedt vanwege geluk, in plaats van je vaardigheden
  • Je eigenwaarde baseren op andermans perceptie van jouw kennis en skills
  • Het gevoel hebben dat je een perfectionist moet zijn om bevredigend werk te leveren
  • Je eigen welzijn opofferen om meer werk gedaan te krijgen
  • Je alleen voelen, of de behoefte voelen om je te isoleren, zodat niemand jouw 'geheim' ontdekt
  • Het gevoel hebben dat iemand op elk moment kan beseffen dat je niet zo competent bent als je lijkt
  • Verminderde geestelijke gezondheid en weerbaarheid

Het imposter syndrome kan zich volgens hetzelfde Asana-artikel onder meer uiten in:

  • Zelftwijfel
  • Niet (goed) in staat zijn je vaardigheden en competenties realistisch te meten
  • Externe factoren zien als reden van je successen
  • Angst dat je niet goed genoeg bent
  • Disconnectie van teamgenoten
  • Beklemmend perfectionisme
  • Onmogelijk hoge eisen aan jezelf stellen
  • Overwerktheid en burn-out
  • Verminderd zelfvertrouwen
  • Een negatief (of nog negatiever) zelfbeeld
  • Intense faalangst

Zo bestrijd je het imposter syndrome

Wil je je nooit meer een bedrieger voelen tijdens je werk? Blijf dan voor de rest van je leven binnen je comfortzone. Want hoeveel je ook traint, leert en werkt; wanneer je jouw professionele grenzen verlegt, kun je het syndroom waarschijnlijk niet 100% voorkomen.

Accepteer daarom dat zelftwijfel juist de kop op kan steken tijdens leermomenten. Draai negatieve gedachten om, door ze te zien als groeikansen. We delen daarom graag tips van Hubspot om op een goede manier met het imposter syndrome om te gaan:

  • Zou je het accepteren als iemand anders je ondermijnt met negatieve woorden? Nee? Accepteer het dan ook niet van jezelf. Probeer te pinpointen wanneer de stem in je hoofd je tegenwerkt. Is dit tijdens meetings, voordat je in het openbaar spreekt, of gedurende een ander scenario waarin jij wordt bekeken als expert? Herken je triggers en kies er vervolgens voor om ze naast je neer te leggen: “Dit zijn slechts mijn gedachten en is niet wie ik bén.”
  • Buig je gedachten bewust om. Probeer bijvoorbeeld de volgende keer dat je een fout maakt te denken: dat was niet mijn beste werk, maar de volgende keer doe ik het beter in plaats van: dat was verschrikkelijk. Door je mentale taal opnieuw in te kaderen, rewire je jouw hersenen beetje bij beetje richting ondersteuning in plaats van ondermijning.
  • Leer van je teamgenoten. Stop met jezelf in negatieve zin vergelijken met collega’s. Er zijn altijd mensen die beter zijn dan jij op bepaalde vlakken. Dat maakt jou niet minderwaardig, maar creëert juist kansen om van je collega’s te leren. Vraag dus gerust om hulp, dat is een teken van kracht. Elkaar helpen verdiept daarnaast relaties, bouwt vertrouwen op en leidt tot meer gezamenlijk succes. En als blijkt dat je skills tekortkomt, is de oplossing daarvoor gelukkig nooit ver weg.
  • Geef jezelf schouderklopjes. Vier het de volgende keer als je iets goed hebt gedaan. Deel deze prestatie idealiter ook met je team of met iemand met wie je buiten het werk om close bent. Je hoeft deze ‘schouderklopjes’ overigens niet te beperken tot wanneer je goed werk levert: maak een lijst van je kwaliteiten, vaardigheden en positieve karaktertrekken. Vul deze aan met positieve feedback die je in de loop van de tijd hebt ontvangen en bekijk je lijst wanneer je een boost nodig hebt.
  • Benader uitdagingen op een nieuwe manier. Werk aan je growth mindset om uitdagingen op constructieve manieren te benaderen.
  • Realiseer je dat je meer weet en hebt bereikt dan je erkent. Inventariseer de doelen die je hebt bereikt. Om jezelf te laten zien dat je meer voor elkaar hebt gekregen dan je denkt, herinner jezelf aan elk groot en klein succes dat je tijdens je carrière hebt bereikt.
  • Weet dat het imposter syndrome alleen tussen je oren zit en geen aantoonbaar effect heeft op jouw prestaties. Er bestaat geen bewijs dat ‘imposter-professionals’ slechter presteren dan anderen. Sterker nog, het heeft zelfs aantoonbare voordelen. Zoals researcher Basima A. Tewfik onlangs zei tegen Harvard Business Review:
Interestingly, to date there’s no empirical quantitative evidence that impostor thoughts degrade performance. 

It may be that having the right amount of impostor thoughts can provide just enough motivation to bring out your best work.

The belief that you’re not as competent as others think you are could certainly make you anxious and lower your self-esteem. But there’s an upside too. My research shows that experiencing this phenomenon can make you more adept at relationships, which is a key ingredient in career success.

Je bent in goed gezelschap

Echte bedriegers zien zichzelf niet als bedrieger. Dat jij het imposter syndrome ervaart is dus in feite een positieve zaak: je denkt weleens dat je een ‘bedrieger’ bent, dus ben je dat sowieso níet.

Een andere troost kan zijn dat het syndroom onevenredig vaak goed presterende professionals treft. Intelligente mensen die het (soms) lastig vinden om prestaties te koesteren en zich afvragen of ze wel lof verdienen. Mensen die slecht presteren, hebben aan de andere kant geen of weinig prestaties om te koesteren – laat staan veel lof om zich vragen bij te stellen. Zo blijft het imposter syndrome een ver-van-hun-bed-show, maar staat ook hun carrière op een lager pitje.

Daartegenover staat dat hogerop komen qua werk jouw imposter syndrome-neigingen waarschijnlijk niet zullen verminderen, want het blijft bestaan op alle carrièreniveaus. De crux is en blijft dus hoe je ermee omgaat.

Gelukkig ben je in uitmuntend gezelschap. Albert Einstein, Michelle Obama, Ariana Huffington, Tom Hanks en Serena Williams zijn namelijk ook bekend met het bedriegerssyndroom, net als talloze andere toppresteerders. Het overkomt dus zelfs de allerbesten, en daar hoor jíj bij.

Bronnen: Fast CompanyHarvard Business ReviewHubspotBBCPsychologie Magazine